Nu Stad Mechelen vier kandidaat-ontwikkelaars selecteerde voor de nieuwe woonzorgsite Zwartzustersvest, kijkt Zorgbedrijf Rivierenland al uit naar de langverwachte vernieuwing van het woonzorgcentrum Hof van Egmont.
Nu Stad Mechelen vier kandidaat-ontwikkelaars selecteerde voor de nieuwe woonzorgsite Zwartzustersvest, kijkt Zorgbedrijf Rivierenland al uit naar de langverwachte vernieuwing van het woonzorgcentrum Hof van Egmont.
Sinds 2013 kwamen er in onze woonzorgcentra ruim 10.000 plaatsen bij. Vooral commerciële voorzieningen hebben een tandje bijgestoken. Maar, die ontwikkeling leidde onder andere bij de vakbonden tot ongerustheid. Zij vrezen immers dat het streven naar winst en efficiëntie ten koste van de medewerkers gebeurt.
In woonzorgcentrum Zilverlinde in Olen is vandaag het zorginnovatiefonds van de provincie Antwerpen voorgesteld. Dat fonds, ter waarde van 1,8 miljoen euro, stimuleert de ontwikkeling en implementatie van innovatieve technologieën, methodieken en diensten in de zorgsector. BVBA DuraConnect uit het Kempense Westmeerbeek is de eerste die van het nieuwe fonds gebruik maakt. Die KMO installeert slimme sensoren in een aantal kamers van woonzorgcentrum Zilverlinde in Olen, waardoor hulpbehoevende bewoners beter opgevolgd kunnen worden.
De Vlaamse woonzorgcentra krijgen dit jaar 11 miljoen euro extra voor bewoners die veel zorg nodig hebben. “Dat komt overeen met zo’n 200 voltijdse medewerkers”, zegt Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) aan Het Belang van Limburg maandag. Met dat geld kunnen 1.226 plaatsen in rusthuizen omgevormd worden tot die voor zwaar zorgbehoevenden.
Op 26 april nam GZA Zorg en Wonen haar gloednieuwe woonzorgcampus Hollebeek in gebruik, dit weekend zet de campus de deuren open. Gelegen op het Antwerpse Kiel en met zicht op het stadion van voetbalclub KFCO Beerschot biedt deze woonzorgcampus onderdak aan een woonzorgcentrum voor 120 ouderen, een multicultureel dagverzorgingscentrum en 45 assistentiewoningen. Hollebeek is tevens de nieuwe thuis van de cliënten van het voormalige woonzorgcentrum Goudblomme in de Van Maerlantstraat, dat op dezelfde dag zijn deuren sloot.
Zorg en gezondheid heeft verschillende manieren om te waken over de kwaliteit van de dienstverlening in de Vlaamse woonzorgcentra.
Om een woonzorgcentrum in Vlaanderen te mogen uitbaten, moet het eerst een erkenning krijgen van Zorg en Gezondheid. Een erkenning kan alleen als het woonzorgcentrum voldoet aan erkenningsnormen. Dat zijn minimale voorwaarden, bijvoorbeeld over hoeveel personeel er minimaal moet zijn, hoe groot de kamer minstens moeten zijn en wat er moet aanwezig zijn, hoe er overlegd moet worden met de bewoners enz.
Om erkend te worden en te blijven, ondergaat een woonzorgcentra regelmatig inspecties. Die worden uitgevoerd door de afdeling Zorginspectie van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Alle informatie, modelverslagen en de inspectieprocedures kunt u raadplegen op de website van Zorginspectie.
Na de inspectie ontvangt het wonzorgcentrum een ontwerp van inspectieverslag en heeft het 2 weken de tijd hierop te reageren. Het definitieve inspectieverslag (al dan niet aangepast na opmerkingen van het woonzorgcentrum) gaat naar Zorg en Gezondheid. Wij beslissen of er gevolgen zijn voor het al dan niet toekennen van een verdere erkenning.
De woonzorgcentra vallen onder het kwaliteitsdecreet van 2003. Dat decreet verplicht de gezondheidsvoorzieningen om aan zijn gebruikers een verantwoorde hulp- en dienstverlening te geven en om het interne beleid dat dit veronderstelt, aan te tonen. De voorzieningen moeten onder andere een kwaliteitshandboek en kwaliteitsjaarplanning opstellen, waarin ze aantonen hoe ze aan de kwaliteitseisen gaan voldoen.
Woonzorgcentra moeten ook elk jaar verschillende onderdelen van hun dienstverlening meten en registreren. Dit zijn de zogenaamde kwaliteitsindicatoren voor woonzorgcentra. Ze meten onderdelen van de kwaliteit van zorg, bijvoorbeeld het aantal bewoners met doorligwonden of het aantal problemen met medicijnen, en onderdelen van de organisatie, bijvoorbeeld het personeelsverloop. Er is ook een enquête die peilt naar de ervaring van de bewoners zelf.
Wanneer iemand niet langer thuis kan wonen, al dan niet tijdelijk en omwille van hulpbehoevendheid, zijn er vandaag veel meer oplossingen dan ooit. Naast klassieke woonzorgcentra, de nieuwe rusthuizen, zijn er assistentiewoningen, dagverzorgingscentra en mogelijkheden voor een kortverblijf.
Zo lang mogelijk thuis wonen, in de eigen vertrouwde omgeving, het is de wens van vele ouderen. Soms is de zorgvraag echter zodanig dat dit voor de zorgbehoevende oudere of voor de mantelzorger moeilijk wordt. In sommige situaties is het ondanks de steun van mantelzorgers en thuiszorgdiensten onmogelijk om nog langer permanent thuis te wonen.